Rico Verhoeven snoeihard over Glory 99 event vanuit huis - zegt wat hij denkt!

Afgelopen zaterdag was Rico Verhoeven opvallend afwezig bij Glory 99, het zwaargewichttoernooi waarin hij zelf niet meedeed. In plaats van in de ring, zat hij thuis op de bank. Maar stil bleef hij niet.

Op zijn nieuwe YouTube-kanaal gaf Verhoeven live commentaar op de gevechten. Tussendoor at hij ananas, en deelde hij zijn mening alsof hij bij je op de bank zat.

Verhoeven prijst én kraakt vechters in zijn livestream van Glory 99

Verhoeven reageerde zoals altijd scherp. Hij prees vechters als Laidouni en zijn eigen teamgenoot Benjamin Adegbuyi, maar wees ook op fouten.

Bij de partij tussen Ionut Iancu en Cihad Kepenek noemde hij het gewichtverschil doorslaggevend. Dat viel op, want eerder zei hij juist dat gewicht geen rol speelt in zijn gevecht tegen Vakhitov. Dat klinkt een beetje tegenstrijdig.

Over Laidouni was hij laaiend enthousiast. “Ik hou van die gozer, zo technisch en ervaren,” zei hij. En over knock-outs: “Dat was gek, bam, acht tellen, nog een keer acht tellen... en klaar.”

Verhoeven geniet zichtbaar maar schuwt de scherpe randjes niet

De livestream voelde soms meer als een groepschat dan als een analyse. Hij sprak zijn bewondering uit, deelde humor, riep “Oh my God!” en snackte tussendoor vrolijk verder.

Maar hij was ook eerlijk. Sommige scheidsrechterlijke beslissingen vond hij “geen zier kloppen.” Bij andere partijen zei hij gewoon: “Wat gebeurt hier nou weer?”

Voor fans gaf het een kijkje in het hoofd van een topvechter. Zonder filter, zonder blad voor de mond.

Jamal Ben Saddik haalt uit naar Verhoeven en noemt hem een zittende kampioen

Jamal Ben Saddik, al jaren Verhoevens rivaal, vond zijn afwezigheid laf. Volgens hem hoort een kampioen in de ring te staan, niet op de bank. Ook is volgens de Marokkaan de titel van Verhoeven geen knip voor de neus meer waard.

Rico lijkt zich daar niet veel van aan te trekken. Hij sloot de stream af met een glimlach en bedankte zijn volgers. “Glory 100 wordt dik,” zei hij. “En ik zie jullie daar.”