De #1 manier om niet knockout te gaan in de kooi - doe dit en je wint altijd!

Sparren of vechten in MMA is iets anders dan boksen. De handschoenen zijn kleiner, de risico’s groter. Wie zich goed wil verdedigen, moet snappen hoe dat werkt.

In deze gids leer je hoe je klappen ontwijkt, opvangt of afweert. Van blokken tot pareren, van hoofdbeweging tot slimme voetwerkcombinaties. Alles draait om goed timen, de juiste positie kiezen en koel blijven onder druk.

Vergeet niet: ook grote namen als José Aldo en Ilia Topuria gebruiken deze technieken. Als zij het doen, dan werkt het.

Blokken blijft de basis maar is niet zonder risico’s

Blokken is de meest gebruikte verdedigingsvorm. Je gebruikt je armen om stoten tegen te houden. Een hoge dekking met de ellebogen dicht bij je lichaam werkt het best.

Het voordeel is duidelijk: je hoeft niet te gokken waar de stoot vandaan komt. Je zit gewoon ‘achter je schild’. Het nadeel? Je krijgt alsnog klappen. En met kleine MMA-handschoenen glippen stoten er sneller doorheen.

Een slimme vechter combineert blokken met kleine draaibewegingen. Zo absorbeer je de impact en kun je meteen terugslaan.

Pareren, rollen en handgevechten maken je ongrijpbaar

Pareren is een tikje geven aan de inkomende stoot om hem af te leiden. Het kost weinig energie en kan meteen een opening geven voor een tegenaanval.

De shoulder roll – bekend uit het boksen – werkt ook. Je draait je schouder mee met de stoot, vangt hem op en zet jezelf klaar voor een counter.

Met handgevechten houd je je tegenstander letterlijk op afstand. Vooral lange vechters gebruiken de ‘long guard’ om stoten weg te duwen, te frustreren of een clinch in te leiden.

Hoofdbeweging en voetwerk maken je compleet als verdediger

Beweeg je hoofd. Slippen, duiken, zijwaarts bewegen: het werkt. Zeker als je al in beweging bent. Je bent dan moeilijk te raken en klaar om te counteren.

Maar overdrijf het niet. Te veel hoofdbeweging maakt je voorspelbaar en opent gaten. Gebruik het als onderdeel van je spel, niet als enige wapen.

Voetwerk maakt het af. Cirkel weg van de kooi, verander je positie, geef geen stilstaand doel. Wie goed beweegt, vecht op zijn voorwaarden.

Elke techniek heeft voor- en nadelen. De beste vechters gebruiken een mix. Zo blijven ze veilig én gevaarlijk tegelijk.