De Senegalese MMA-vechter Reug Reug (echte naam Oumar Kane. red.) heeft een groot plan: hij wil het opnemen tegen niemand minder dan Francis Ngannou, de voormalige UFC-zwaargewichtkampioen en een naam die iedereen in de vechtsport kent.
Voor Reug Reug is het duidelijk: als het aan hem ligt, wordt dit het grootste gevecht dat Afrika ooit heeft gezien.
Reug Reug – een gigant in de ring die geen uitdaging uit de weg gaat – maakte zijn ambities bekend na zijn overwinning op de Russische Anatoly Malykhin. Die wedstrijd, die plaatsvond in de Lumpinee Arena in Bangkok, werd een knaller en eindigde met een schokkende overwinning voor de Senegalees. Hij heeft de smaak nu helemaal te pakken en weet precies wie hij als volgende tegenstander wil: Ngannou.
Na zijn overwinning op Malykhin heeft Reug Reug één grote wens. Hij wil een gevecht tussen de grootste Afrikaanse vechters mogelijk maken, en hij hoopt dat zijn baas, Chatri Sityodtong van ONE Championship, dat voor hem regelt.
Reug Reug is vastbesloten en zegt: "Chatri, jij wilde Francis Ngannou tegen Anatoly opzetten, en ik heb hem verslagen. Dus waarom niet nu het grootste Afrikaanse gevecht ooit? Ngannou tegen Reug Reug – de fans willen dit zien!"
Reug Reug is niet de enige die zich graag met Ngannou meet. De lijst van uitdagers wordt alsmaar langer. Zo heeft de Nederlandse kickbokser Rico Verhoeven ook al geroepen dat hij een keer met Ngannou wil vechten, en zelfs de Amerikaanse bokser Deontay Wilder heeft zich gemeld voor een potje tegen de Kameroener. Ngannou, met zijn dodelijke vuisten en indrukwekkende kracht, blijft dus de grote favoriet om uitgedaagd te worden.
Toch denkt Reug Reug dat hij de juiste man is voor het gevecht. Hij ziet zichzelf als de underdog, de vechter die elke keer weer het tegendeel bewijst. En met zijn rotsvaste geloof in zichzelf en een flinke dosis zelfvertrouwen wil hij niet zomaar afwachten. "Ik kan winnen van iedereen die voor mijn neus staat," zegt hij vol overtuiging, “en tegen Ngannou kan ik laten zien wat we Afrikaanse vechters kunnen.”
Lees het artikel op de mobiele website