Nederlands kickboksen onderscheidt zich van andere staande vechtsporten door een unieke combinatie van technieken, training en filosofie. Deze vechtkunst, die in de jaren '70 in Nederland begon na inspiratie uit Japan, heeft zich ontwikkeld tot een van de meest invloedrijke stijlen op het wereldtoneel van het kickboksen.
Het begin van Nederlands kickboksen ligt in de jaren '70, toen Nederlanders naar Japan reisden om de kunst van het Japanse kickboksen, een mix van Kyokushin karate en Muay Thai, te leren.
Bij terugkeer in Nederland begonnen zij deze stijl te onderwijzen en verder te ontwikkelen door meer technieken uit Muay Thai en Westers boksen toe te voegen. Dit resulteerde in de unieke Nederlands kickboks stijl die we vandaag de dag kennen.
| Naam | Actieve Jaren |
| Ramon Dekkers | 1986 - 2001 |
| Ernesto Hoost | 1983 - 2006 |
| Peter Aerts | 1985 - 2013 |
| Semmy Schilt | 1996 - 2013 |
| Remy Bonjasky | 1995 - 2014 |
| Alistair Overeem | 1999 - 2010 (kickboksen) |
| Nieky Holzken | 2001 - Heden |
| Rico Verhoeven | 2004 - Heden |
| Badr Hari | 2000 - Heden |
In tegenstelling tot Amerikaans kickboksen, omarmt Nederlands kickboksen technieken uit drie vechtkunsten: Kyokushin karate, Westers boksen en Muay Thai. Vechters gebruiken Kyokushin-stijl trappen naar de benen, het hoofd en het lichaam, in combinatie met bokstechnieken om gaten in de verdediging van de tegenstander te slaan.
Nieky “The Natural” Holzken demonstreerde de effectiviteit van deze stijl door Cosmo Alexandre uit te schakelen met een uppercut tijdens ONE: WARRIOR’S DREAM in 2020.
De training van Nederlands kickboksen onderscheidt zich ook van andere stijlen. Nederlandse vechters sparren over het algemeen harder dan hun Thaise tegenhangers en herhalen dezelfde drills keer op keer om hun vaardigheden te internaliseren.
Dit maakt Nederlandse kickboksers tot enkele van de meest geharde vechters in de wereld. De filosofie achter Nederlands kickboksen is minder gedefinieerd dan bij traditionele vechtkunsten en is meer een amalgaam van persoonlijke overtuigingen. De kerngedachte is echter duidelijk: "if it ain’t Dutch, it ain’t much."
Lees het artikel op de mobiele website