Hoe Francis Ngannou de dood trotseerde om UFC-ster te worden

Francis Ngannou een van de beste MMA-vechters ter wereld heeft een indrukwekkend en aangrijpend levensverhaal. In een recente podcast met Jake Paul onthult hij zijn ongelooflijke reis van een arme jeugd in Kameroen naar de gevechten in de grootste arena's ter wereld. Ngannou groeide op in een klein dorp in Kameroen. Waar zijn familie het moest doen met slechts $1.000 per jaar.

Zijn jeugd was zwaar vol met ontberingen en uitdagingen. Op jonge leeftijd ontwikkelde hij de ambitie om zijn leven te veranderen.

Van Kameroen naar de Sahara

Op 10-jarige leeftijd begon Ngannou te dromen van een beter leven. Hij moest dagelijks zes mijl lopen om naar school te gaan en paste nooit echt in zijn omgeving. De beslissende verandering kwam toen hij besloot een leven in de vechtsport na te streven.

Zijn reis naar succes begon echter met een levensgevaarlijke tocht door de Sahara-woestijn. Deze tocht bracht hem naar Marokko, waar hij uiteindelijk de oceaan moest oversteken op een wrakke boot, altijd met het risico zijn leven te verliezen.

Het gevecht om vrijheid en succes

Eenmaal in Europa belandde Ngannou in Parijs, waar hij voor het eerst kennismaakte met Mixed Martial Arts (MMA). Ondanks alle uitdagingen en teleurstellingen die hij onderweg tegenkwam, bleef Ngannou zich vastklampen aan zijn droom om een vechter te worden.

Hij werkte zich uiteindelijk op tot UFC-kampioen, maar zelfs toen stuitte hij op nieuwe obstakels, zoals conflicten over contracten en financiële compensatie. Ngannou benadrukt echter dat vrijheid voor hem altijd belangrijker is geweest dan een contract, wat hem uiteindelijk motiveerde om verder te blijven vechten.