Nederlandse Boksbond
Oprichting Nederlandse Boksbond
1909-1911
Het wedstrijdwezen in Nederland begon in de jaren 1909-1910 hoe langer hoe meer op te leven. Maar het ging er nogal ongereglementeerd aan toe, men deed maar wat. Om hieraan een eind te maken en krachtiger te kunnen optreden, maar vooral om onregelmatigheden te voorkomen, nam Toepoel op 8 februari 1911 de stap om tot oprichting van de Nederlandse Boksbond te komen. Er traden onmiddellijk honderden leden toe.
Het eerste bestuur van de Nederlandse Boksbond bestond uit te heren :
· A.P.M.Moussault (voorzitter)
· P.M.C. Toepoel( secretaris)
· J.M.Coffeng (penningmeester)
· H.Placke (lid)
Het organiseren van wedstrijden leverde met de stedelijke autoriteiten nogal eens problemen op. En hier kwam moeilijk verandering in, ook nadat de Nederlandse Boksbond was opgericht.
De Nederlandse Boksbond kreeg ook niet zo maar een vergunning voor het houden van wedstrijden. Men kreeg toestemming voor wedstrijden waar alleen leden toegang hadden. Dit resulteerde in het veel gebruikte trucje om iemand even gauw lid te maken van de bond voor een avondje en dat was dan de entree. Op een van die avonden in 1911 werd Kees Kolm de eerste prof kampioen zwaargewicht van Nederland.
1e officiële Nederlandse Kampioenschappen
1913
In 1913 werden in de Haagse Dierentuinzaal voor de eerste maal de Nederlandse Kampioenschappen gehouden onder auspiciën van de Nederlandse Boksbond. Er verschenen die avond bezoekers in smoking, gelijk aan het Engelse voorbeeld. Eén van de voornaamste bezoekers was ongetwijfeld de voorzitter van de Bond voor Lichamelijke Opvoeding, de Baron van Tuyll van Serooskerken. Deze vooraanstaande sportbestuurder stond op goede voet met de voorzitter van de Nederlandse Boksbond, A.P.M. Moussault, die zelf een vooraanstaande rol had in de Nederlandse sportjournalistiek.
Moussault had de steun verkregen van deze invloedrijke bestuurder, hetgeen resulteerde in officiële toestemming om te mogen boksen.
Periode tussen de eerste en de tweede wereldoorlog
1914-1918
Gedurende de 1e wereldoorlog (1914-1918) waren er vele Engelsen in Nederland geïnterneerd. Zij waren ondergebracht in een kamp bij Den Haag en genoten een grote mate van vrijheid. Er bleken vele goede boksers onder hen te zitten en zij hielden regelmatig onderlinge wedstrijden, die voor het publiek toegankelijk waren en hier ging een enorme propaganda vanuit. Spoedig daarna kwamen er ook wedstrijden tussen Engelse en Nederlandse boksers waarvan de Nederlandse boksers het nodige opstaken.
Eén van die Engelse boksers was Tom Berry. Hij versloeg Kees Kolm in 1918, met als inzet het kampioenschap zwaargewicht van Nederland. Daarnaast zijn Kelly en Harris het vermelden waard als Engelsen, die in hoge mate hebben bijgedragen aan de populariteit van de bokssport.
1916-1918
Rond de eeuwwisseling was er ene Sam Kingsley die een schooltje had in Maarten Janszoon Kosterstraat. Sam heette eigenlijk Sam Post en had slechts een oog. In de wandeling werd hij dan ook Sam glasoog genoemd of Sam 1-oog en was desondanks deze handicap later van 1916 t/m 1918 kampioen weltergewicht van Nederland.
Al met al komt Henry Placke en Sam Kingsley de eer toe grondleggers te zijn van het Nederlandse boksen.
Professionalisering in de 2e helft van de 20e eeuw
Mede door professionalisering, goede opleidingen en een intensieve begeleiding van trainers en boksers door de NBB en het NOC*NSF, werd al veel bereikt. Als één der kleinste bokslanden ter wereld boekte Nederland aansprekende successen op internationale toernooien, EK’s, WK’s en Olympische Spelen.
Nadat vanaf het midden van de 80’er jaren de begeleiding van het aspirantenboksen werd geïntensiveerd, werd ook overgegaan tot de aanstelling van een coördinator, die verantwoordelijk was voor een zo uniform mogelijke aanpak van het boksen bij de topamateurs.
Eind jaren 80 werd overgegaan tot de aanstelling van een bondscoach in loondienst; na Stan van den Driessche en Fritz Sdunek werd die functie sinds januari 1993 vervuld door het koppel Ben Zwezerijnen (tot maart 2005) en Hennie van Bemmel (tot december 2003)
Mede door de professionalisering lukte het ook om jonge boksers in een vroeg stadium kennis te laten maken met internationaal boksen. Er zijn diverse internationale wedstrijden, voornamelijk in Denemarken, speciaal voor de jeugd tussen 14 en 16 jaar.
Die jeugd vormt onze toekomst. Immers, boksers zoals Vanderlyde, Delibas, Zwezerijnen, van Raamsdonk enz. zijn allen begonnen als aspirant-bokser en hebben zo een schat aan ervaring opgedaan.
De 21e Eeuw
Een nieuwe start wordt gemaakt met een nieuw initiatief in 2008 onder leiding van Stan vd Driessche (coordinator) en Eduard van Uffelen (hoofdcoach Jongeren). Dit project richt zich op de jeugd met het doel de verdere professionalisering op te pakken. Na drie jaar zijn de eerste jongeren van 14 tot 18 jaar al meerdere malen per jaar op internationale toernooien geweest en wordt de ingeslagen weg verder uitgebouwd. Ook de verjaardag van de Boksbond en het organiseren van het dames EK geven een extra duw in de goede richtin
Opnieuw een historich moment voor de Nederlandse Boksbond. Peter Mullenberg haalt op het EK Elite in de 81 kg de zilveren medaille. Dit was sinds 1993 niet meer voorgekomen. Toen haalden Orhan Delibas en Don Diego Poeder de zilveren plak. Zowel Orhan Delibas als Peter Mullenberg zijn pupillen van trainer / coach Hennie van Bemmel.
De EK Jeugd 2013 in Rotterdam levert opnieuw een succes op. Na goud (Marichelle de Jong) en zilver (Nouchka Fontijn) heeft een jonge Jeugdploeg in acht gewichten hun vaardigheden laten zien met het hoogtepunt de bronzen medaille van Thomas Oomen in de 91 kg klasse.
CONTACT
BONDcenter
Postbus 85621, 2508 CH Den Haag
T: 085-2103961
E: info@boksen.nl
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties