Buakaw’s dodelijke trappen - zo breek ook jij ribben met een body kick

Je kent het wel. Tijdens pads-training land je die body kicks perfect. Maar zodra je gaat sparren, bots je constant tegen onderarmen, biceps of – au – ellebogen.

Dat doet niet alleen pijn, het is ook frustrerend. Want je weet dat je techniek goed is. Toch lijkt er tijdens sparren iets niet te kloppen. Ex Glory kampioen Gabriel Varga legt uit wat je het beste kunt doen.

Gelukkig zijn er manieren om dat op te lossen. Drie slimme trucjes zorgen ervoor dat je kicks vaker raken waar je ze wil: op de ribben. Net zoals Muaythai legende Buakaw die zijn tegenstanders keer op keer verplettert.

Wacht tot je tegenstander aanvalt en trap hem op dat moment

De eerste manier is eigenlijk heel simpel. In plaats van zelf het initiatief te nemen, wacht je tot de ander aanvalt.

Op dat moment openen ze hun lichaam. Denk maar aan een jab of cross: één kant van het lichaam is even onbeschermd.

Je blijft staan, leunt een beetje achterover, en je trapt zonder je voeten te wisselen. Belangrijk is dat je je knie gebogen houdt. Zo crash je je scheenbeen tegen hun zij.

En hoe harder ze naar voren komen, hoe harder ze zichzelf erin rammen. Ze lopen er gewoon vol tegenaan.

Trap met dezelfde kant als waarmee je slaat

Normaal leer je: sla met links, trap met rechts. Of andersom. Maar in dit geval doe je precies het tegenovergestelde.

Je slaat met je linkerarm en trapt daarna met je linkerbeen. Die timing is gek genoeg moeilijker te blokkeren voor je tegenstander.

Je kunt zelfs een beetje faken: gooi een halve hook die nergens raakt, zodat ze denken dat je richting hoofd gaat. En dan... BAM, body kick.

De kracht is misschien ietsje minder, maar de kans dat je echt raakt is veel groter. En zeg nou zelf: liever 60% op de ribben dan 100% op de elleboog.

Wissel van stand terwijl je slaat en verras met een switch kick

Switch kicks zijn top. Maar vaak zien tegenstanders die switch van je voeten al van ver aankomen. Dus wat doe je? Je verbergt het.

Je gooit een combinatie van stoten, en tijdens de laatste punch wissel je van stand. Je gebruikt dus je slag als afleiding.

Terwijl zij reageren op je hand, komt je been al omhoog. Ze zijn bezig met blokken en te laat met het omlaag brengen van hun arm.

Het hoeft allemaal niet perfect. Het gaat erom dat je afleidt. Ze kijken naar je vuist, en krijgen je scheen tegen de ribben.