Badr was explosief, onvoorspelbaar en levensgevaarlijk. Hij sloeg mensen tegen de vlakte alsof het niks was. In zijn hoogtijdagen in K-1 maakte hij wereldwijd indruk met snoeiharde knock-outs.
Zijn stijl was ruig, zijn uitstraling intimiderend. Maar zijn loopbaan werd ook gekenmerkt door schorsingen, vechtpartijen buiten de ring en veel onrust.
Rico pakte het anders aan. Geen drama, geen schandalen, maar wel stabiliteit. Hij werd wereldkampioen bij Glory en hield die titel jarenlang vast. Hij vecht slim, hard, maar gecontroleerd.
En hij verloor bijna nooit. In een sport waar chaos normaal is, werd hij een machine. Consistent, fit, en zakelijk sterk.
Waar Badr fans op de banken kreeg met pure sensatie, hield Rico het hoofd koel. Hij bouwde aan zijn merk, werd ambassadeur, ondernemer en ster buiten de ring. Badr vocht voor de kick.
Rico vecht voor de erfenis. Dat maakt deze vergelijking zo lastig — het hangt ervan af wat je belangrijker vindt: spektakel of succes.
Lees het artikel op de mobiele website